Gesprek met een lemming

Essef – Korte verhalen van o.a. Silverberg, Ballard, Leiber en Laumer onder redactie van Aldiss en Harrison.

5.00 incl. btw

Uitverkocht

Artikelnummer: 1 Categorieën: , ,

About The Author

Brian Aldiss

Brian Aldiss

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Aldiss in Birma gelegerd en daarna werkte hij als boekhandelaar in Oxford. Naast korte SF-verhalen voor verschillende tijdschriften, schreef hij korte verhalen voor een tijdschrift van boekhandelaren over het leven in een denkbeeldige boekhandel. Dit trok de aandacht van de uitgever Faber and Faber en resulteerde in zijn eerste boek The Brightfount Diaries (1955), een verzameling van de boekhandelstukken.

Na publicatie van zijn eerste SF-boek Space, Time and Nathaniel (1957) wijdde hij zich geheel aan het schrijven. Tijdens de Worldcon van 1958 werd hij uitverkozen tot meest belovende nieuwe auteur en in 1960 werd hij voorzitter van de British Science Fiction Association. Gedurende de jaren 60 was hij literair redacteur bij de krant Oxford Mail.

Aldiss was niet alleen met zijn eigen werk zeer succesvol, maar ook als samensteller van bloemlezingen. Vooral een serie voor Penguin Books, gebundeld als The Penguin Science Fiction Omnibus (1973) kende meerdere herdrukken. Ook Space Opera (1974), Space Odysseys (1975), Galactic Empires (1976), Evil Earths (1976), en Perilous Planets (1978) kenden een goede ontvangst.

Het boek Frankenstein Unbound werd verfilmd door Roger Corman (1990). Het verhaal Supertoys Last All Summer Long vormde de basis voor de film AI (2001) van Steven Spielberg.

Aldiss won de Hugo Award voor het korte verhaal Hothouse in 1962. In 1965 verdiende hij de Nebula Award met de novelle The Saliva Tree. Zijn eerste BSFA Award kreeg hij in 1971 voor de roman The Moment of Eclipse. De John W. Campbell Memorial Award en de BSFA Award werden hem in 1983 toegekend voor Helliconia Spring en in 1985 won Helliconia Winter hem nog een BSFA Award. Met Trillion Year Spree kreeg hij in 1987 zijn tweede Hugo, de vierde BSFA Award en de Locus Award voor beste non-fictie boek.

In 1999 ontving hij de Nebula Grand Master Award van de Science Fiction and Fantasy Writers of America.

Brian Aldiss overleed in 2017 één dag na zijn 92e verjaardag.

harrie harrison

harrie harrison

Harry Harrison werd in 1925 als Henry Maxwell Dempsey geboren in Stamford, Connecticut in de VS. Zijn moeder was Russisch en zijn vader half Iers en half Amerikaans. Vlak na de geboorte van Harry veranderde diens vader de familienaam van Dempsey in Harrison.

Aanvankelijk was Harrison illustrator. Na zijn studie aan Hunter College begon hij zijn eigen studio en leverde illustraties aan uitgeverijen als EC Comics voor hun tijdschriften Weird Fantasy en Weird Science. Meestal gebruikte Harrison pseudoniemen als Wade Kaempfert en Philip St. John. Hij tekende ook voor andere uitgeverijen, en bedacht de SF-serie rondom het personage Rick Random. Random debuteerde in 1954 in Super Detective Library nummer 37. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Harrison gestationeerd bij het US Army Air Corps, de voorloper van de Amerikaanse luchtmacht als specialist in bommenrichtsystemen en instructeur. Harrison begon naast het tekenen ook te schrijven. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was hij onder andere de belangrijkste schrijver van de dagelijkse krantenstrip Flash Gordon. Tekenaar Harrison illustreerde zijn scripts ten behoeve van de tekenaar van de strip om bepaalde technische details uit te leggen. Inmiddels was Harrison ook redacteur geworden van diverse SF-tijdschriften.

In 1960 debuteerde Harrison als SF-auteur met de roman "Deathworld". Hij zou uitgroeien tot een van de grote schrijvers in het genre. Hij was goed bevriend met een andere SF-grootheid Brian Aldiss. Samen met Aldiss streed Harrison voor een kwaliteitsverbetering van het genre. Ze stelden negen edities samen van The Year's Best Science Fiction anthology. Harrison woonde in verschillende landen; Mexico, Engeland, Ierland, Denemarken en Italië. Hij was een Esperanto-fan en schreef ook boeken in die kunstwereldtaal. Hij woonde een belangrijk deel van zijn leven in Ierland en Engeland, waar hij een flat had in Brighton. Hij was gehuwd met Joan Merkler van 1954 tot aan haar dood aan kanker in 2002. Het echtpaar had twee kinderen, Todd en Moira. Vanaf 2010 ging zijn gezondheid achteruit, maar hij bleef schrijven, de laatste jaren aan zijn autobiografie die hij vlak voor zijn dood in augustus 2012 voltooide.

Keith Laumer

Keith Laumer

Keith Laumer is het bekendst voor zijn verhalen waarin Bolos een rol spelen. Dit zijn enorme gevechtstanks zo groot als een slagschip die een kunstmatig brein hebben of met menselijke hersens zijn uitgerust. Verder is hij ook bekend met zijn satirische verhalen over James (Jamie) Retief een interstellair diplomaat in de verre toekomst. Hierin verwerkte hij zijn eigen ervaringen als diplomaat in o.a. Londen en Rangoon.

Laumer kreeg verschillende nominaties voor de Hugo Award en Nebula Award maar kreeg de prijs nooit.

Laumer was een enthousiast modelvliegtuigbouwer en schreef hier ook een boek over (1960). Zijn ontwerpen worden nog steeds gebouwd.

Gedurende zijn topjaren (1959-1971) produceerde hij een constante stroom verhalen van het onderhoudende soort. Zijn romans kunnen over het algemeen ingedeeld worden in twee soorten:

snelle recht-door-zee-avonturen in ruimte en tijd, met de nadruk op een eenzame strijder met soms latente supervermogens, een grote zelfopoffering en mogelijke transcendentie in het verschiet;
breed georiënteerde komedies, vooral zijn Retief-verhalen.
Beroerte en latere leven[bewerken]
In 1971 kreeg Laumer een ernstige beroerte terwijl hij werkte aan de roman The Ultimax Man. Met het resultaat dat hij een paar jaar zelfs niet meer in staat was te schrijven. Hij weigerde de diagnose van de dokter te aanvaarden en onderwierp zichzelf aan een strenge en pijnlijke alternatieve therapie. Laumer was al in de tijd van zijn militaire loopbaan een fanatieke sporter die zijn lichaam in topconditie hield en hij probeerde met onophoudelijke oefeningen de macht over zijn lichaam te herstellen. Midden jaren zeventig herstelde Laumer gedeeltelijk maar met ernstige restverschijnselen. Hij hield een eenzijdige verlamming aan de hersenbloeding over en zijn persoonlijkheid was nu lichtelijk paranoïde: Laumer was altijd al tamelijk heetgebakerd maar kon nu plotseling in razende woede ontsteken zonder dat daartoe een duidelijke aanleiding was.

Laumer begon weer met schrijven maar hij bereikte zijn vroegere niveau niet meer. Hij bewerkte veel van zijn eerdere werk dat werd herdrukt in de jaren tachtig maar dat was volgens de lezers niet ten goede van deze verhalen.

Naast de gevolgen van zijn beroerte werd Laumers gezondheid ook geschaad door suikerziekte en extreem overgewicht ten gevolge van zijn immobiliteit. Dit alles maakte Keith Laumer tot een verbitterde man die zijn omgeving dikwijls tiranniseerde. Hij overleed ten gevolge van een hartaanval in 1993; volgens zijn directe omgeving was dit eerder een verlossing voor hemzelf en zijn familie.

Robert Silverberg

Essef – Korte verhalen van o.a. Silverberg, Ballard, Leiber en Laumer onder redactie van Aldiss en Harrison.

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Gesprek met een lemming” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.