In die dagen was de aarde geen bol en de demonen huisden in een reusachtige magische grot onder een vulkaan in hun ijzeren paleizen: de Onderaarde. Hier stroomde de rivier van de Slaap, hier joegen de demonen voor hun genoegen op de zielen van de slapenden, hier stond hun luisterrijke metalen stad Druhyim Vanashta. Terwijl in de verheven ijle sferen van de Opperaarde de koele en onverschillige goden neerzagen op het werk hunner handen. Zo was het in die dagen op aarde… Oppermachtig in de Onderaarde was Azhrarn Prins der Demonen, n van de Heren der Duisternis, Heerser van de Nacht. Hij was het die gruwelen en gevaar bracht aan degenen die hij bezocht, hij die hartverscheurend leed berokkende maar ook wonderen verrichtte; bovenal was hij een hartstochtelijk minnaar van mensen en demonen. De meest bizarre Heer van het Duister was Chuz, Prins Waanzin, verleider en beschermer van de gekken der aarde. Om zijn aandeel in de dood van Azhrarns beminde, Dunizel Ziel-van-de-Maan, zwoer Azhrarn hem eeuwige vijandschap. Nu verleidt Chuz in de gedaante van een schone jongeling Azhrarns half demonische, half menselijke dochter Azhriaz die voortgesproten is uit de verbintenis tussen de Prins van de Nacht en de sterfelijke Dunizel. Door Azhrarn gestraft met levenslange waanzin, verlaat Chuz zijn minnares voor een dooltocht van een halve eeuw of langer. En Azhriaz legde zich neer bij haar lot. De Heer van de Nacht had haar voorbestemd voor de mensheid een gesel te zijn, en zo geschiedde. Tot Vrouwe van de IJlingen gekroond, een stralende Godin die een derde van de wereld verovert, tergt en vernedert Azhriaz het mensdom een leven lang. Zo schandalig zelfs dat eindlijk de ijle goden in de Opperaarde haar hun vernietigende aandacht schenken en drie engelen neerzenden. In de woelige dagen van chaos, die hierop volgen, loopt Chuz’ straf te langen leste af – en de minnaars treffen elkaaar wederom. Ahriaz en haar prins trekken op liefdesreis door de wereld van de mensen en laten hun sporen na in het leven van talrijke passanten. Sommigen worden er beter van, anderen krijgen ook wat hun toekomt… of het tegendeel. Demonen hebben zo hun eigen normen.
Lee, Tanith – Heren der duisternis 05 – Prinses van de nacht
In die dagen was de aarde geen bol en de demonen huisden in een reusachtige magische grot onder een vulkaan in hun ijzeren paleizen: de Onderaarde. Hier stroomde de rivier van de Slaap, hier joegen de demonen voor hun genoegen op de zielen van de slapenden, hier stond hun luisterrijke metalen stad Druhyim Vanashta. Terwijl in de verheven ijle sferen van de Opperaarde de koele en onverschillige goden neerzagen op het werk hunner handen. Zo was het in die dagen op aarde… Oppermachtig in de Onderaarde was Azhrarn Prins der Demonen, n van de Heren der Duisternis, Heerser van de Nacht. Hij was het die gruwelen en gevaar bracht aan degenen die hij bezocht, hij die hartverscheurend leed berokkende maar ook wonderen verrichtte; bovenal was hij een hartstochtelijk minnaar van mensen en demonen. De meest bizarre Heer van het Duister was Chuz, Prins Waanzin, verleider en beschermer van de gekken der aarde. Om zijn aandeel in de dood van Azhrarns beminde, Dunizel Ziel-van-de-Maan, zwoer Azhrarn hem eeuwige vijandschap. Nu verleidt Chuz in de gedaante van een schone jongeling Azhrarns half demonische, half menselijke dochter Azhriaz die voortgesproten is uit de verbintenis tussen de Prins van de Nacht en de sterfelijke Dunizel. Door Azhrarn gestraft met levenslange waanzin, verlaat Chuz zijn minnares voor een dooltocht van een halve eeuw of langer. En Azhriaz legde zich neer bij haar lot. De Heer van de Nacht had haar voorbestemd voor de mensheid een gesel te zijn, en zo geschiedde. Tot Vrouwe van de IJlingen gekroond, een stralende Godin die een derde van de wereld verovert, tergt en vernedert Azhriaz het mensdom een leven lang. Zo schandalig zelfs dat eindlijk de ijle goden in de Opperaarde haar hun vernietigende aandacht schenken en drie engelen neerzenden. In de woelige dagen van chaos, die hierop volgen, loopt Chuz’ straf te langen leste af – en de minnaars treffen elkaaar wederom. Ahriaz en haar prins trekken op liefdesreis door de wereld van de mensen en laten hun sporen na in het leven van talrijke passanten. Sommigen worden er beter van, anderen krijgen ook wat hun toekomt… of het tegendeel. Demonen hebben zo hun eigen normen.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.