Kadji sloeg het met bloed doordrenkte kleed terug en keek in het gezicht dat er onder lag.
Het was koud en marmerwit. De dood had veel van de volmaakte schoonheid van de trekken weggenomen. De mond was vertrokken in een bevroren grijns van vrees of woede of verassing (wie kon dat zeggen ?) en de verglaasde pgen keken voor eeuwig omhoog in het onbekende gezicht van de moordenaar.
De daad was met vele messen gepleegd of mogelijk met één mes, dat vele malen gestoken had. Want het lichaam vertoonde afschuwelijke wonden in borst en schouders, buik, keel en heupen. Het lag in een plas van geronnen bloed, kleverig, smerig en afschrikwekkend.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.